GEN-2560x854-NL-2048x683

Twee generaties op de werkvloer: ‘Door onze jarenlange ervaring zijn we klaar om het roer over te nemen’

In onze serie ‘Anders maakt sterk’, gaan we samen met Belgische ondernemersduo’s op zoek naar hoe diversiteit het beste uit jouw bedrijf kan halen. Want grote verschillen, die brengen mensen net dichter bij elkaar. Hoe kijken twee verschillende generaties naar het reilen en zeilen van hun bedrijf? Vandaag praten we erover met Anton (32) en zijn tante Nicole (58) van het Limburgse familiebedrijf Wegenbouw Nelis. 

Op de weg, daar wordt altijd gewerkt. Sinds 1970 staat Wegenbouw Nelis garant voor kwaliteitsvolle betonverhardingen en rioleringswerken. In 1994 nam de tweede generatie het roer over. Na meer dan 25 jaar werd de fakkel doorgegeven aan de jongste garde. We namen de tijd voor een gesprek over tegenstellingen, maar daaruit kwamen evenveel gelijkenissen naar boven. 

De eerste generatie bouwt het bedrijf op, de tweede bouwt het uit en de derde maakt het geld op.

“De vorige generaties waren vooral voorzichtiger. Wij durven sneller te investeren.”

Anton: “De vorige generaties waren vooral voorzichtiger. Wij durven sneller te investeren. Wanneer er nieuwe vrachtwagens werden aangekocht stond dat pas in het najaar op de planning. Nu kiezen we er bewust voor om alle vernieuwingen aan het begin van het jaar vast te leggen, zowel voor het vrachtvervoer als voor de machines. Zo blijft de kwaliteit het ganse jaar door van het hoogste niveau.” 

Nicole: “Bij onze generatie lag de nadruk op consistentie en afwerking. Jonge mensen durven sneller vooruit te kijken, maar hoe dan ook is budgetbeheer altijd erg belangrijk. De digitale vooruitgang speelt uiteraard ook mee, want alles gaat nu veel sneller. Onze jongens zijn opgegroeid in het bedrijf, dus ze weten hoe hard wij elke dag hebben gewerkt om het bedrijf te krijgen waar het nu staat. Dat doen ze nu nog steeds. De jongere generatie heeft het mede door de pandemie zeker niet gemakkelijker, maar de gedrevenheid is des te meer aanwezig.” 

Het is altijd family first. Op de cruciale functies komen per definitie de familieleden. Ook al zijn die niet altijd bekwaam.

Nicole: “We hebben altijd geprobeerd om de familie bij het bedrijf te betrekken. De moeder van Anton heeft zich, na het pensioen van mijn moeder, op een perfecte manier bijgeschoold en geïntegreerd. Zo kon ze mee haar stempel op het bedrijf drukken. Het zou niet verantwoord zijn om ons levenswerk over te laten aan mensen zonder de nodige kwaliteiten, dat lijkt me logisch.” 

Anton: “Toen de jongste generatie het bedrijf wou overnemen werd er initieel naar een koper gezocht omdat er vragen waren bij het financiële plaatje. Dankzij de hulp van een financieel adviseur werd het al snel duidelijk dat we zelf onze schouders onder Nelis Wegenbouw konden zetten. Dat had niets te maken met onbekwaamheid: we zitten al van jongs af aan gebeiteld in dit bedrijf en een overname was altijd onze droom. Door onze jarenlange ervaring zijn we ook goed geplaatst om het roer over te nemen.” 

“We zitten al van jongs af aan in dit bedrijf en een overname was altijd onze droom. Door onze jarenlange ervaring zijn we ook goed geplaatst om het roer over te nemen.” 

De waarden van de familie – Een hechte familie betekent een hecht bedrijf.  Hoe hou je de waarden van je bedrijf verankerd in het hier en nu?

Anton: “We streven naar kwaliteit in plaats van kwantiteit. De meeste klanten weten hoe ons bedrijf werkt en dat deze structuur écht goede resultaten oplevert. Daarom gaan we ook niet tot op de eurocent mee met de prijzen van onze concurrenten. Ons personeel is zich er honderd procent van bewust dat we er met z’n allen voluit voor moeten gaan, en dat werpt z’n vruchten af. We proberen het personeel ook regelmatig in de bloemetjes te zetten met activiteiten en uitstapjes.” 

Nicole: “Je moet daar constant aan werken en dat is zeker niet eenvoudig. Niet alles loopt op wieltjes. We hebben altijd, met welke generatie dan ook, goed kunnen samenwerken. Iedereen heeft z’n specialiteit, waardoor je eigen sterktes ook naar waarde worden geschat. Daarnaast zijn we gewoonweg altijd in het bedrijf aanwezig geweest. Dat is een drijfveer naar het personeel toe. Als ze zien dat je er niet voor gaat, dan gaan ze zichzelf ook niet honderd procent inzetten. Die toewijding en appreciatie is erg belangrijk.” 

Alle beslissingen worden op zondag rond de eettafel gemaakt.

Nicole: “De échte, zakelijke beslissingen nemen we tijdens onze werkuren. Dat is ook hoe het hoort. Daarnaast zijn we nooit blind geweest voor verbeteringen: bij de aankoop van machines vroegen we steeds advies bij het personeel dat hiermee aan de slag moest. Als dat budgettair uitkwam, hielden we daar zeker rekening mee.”

Anton: “We hebben natuurlijk ook uitstekend personeel dat niet tot de familie behoort. De input van onze werfleider is cruciaal voor het functioneren van ons bedrijf. Dat appreciëren we enorm. Met de financieel adviseur bespreken we maandelijks de resultaten, ook daar komen goede ideeën uit voort.”

Je wordt geboren in het familiebedrijf. 

Nicole: “Ergens is dat wel zo. Het is altijd vanzelfsprekend geweest om daar in mee te draaien.  Moest er geen opvolging zijn, zou ik wel proberen om te verkopen aan iemand die een familiebedrijf heeft of erin is opgegroeid. We zijn altijd een familiebedrijf geweest en dat wil je toch behouden.” 

Anton: “Absoluut. Ik kan het me niet inbeelden dat we ons levenswerk uit handen moeten geven. Moest het toch nodig zijn, dan zou ik ook liefst verkopen aan een kleinschalige ondernemer.”

Familiebedrijven zorgen beter voor hun onderneming, omdat ze het dan in een betere staat kunnen doorgeven aan de volgende generatie. 

Anton: “Als familie ga je samen voor hetzelfde doel. Je eigen kinderen ga je daar automatisch bij betrekken. Dat was bij ons niet anders: van jongs af aan stond het bedrijf centraal in ons leven. Al die opgebouwde ervaring neem je mee en geef je door. Het intense contact met je familie heeft ook iets persoonlijks, waardoor je altijd een gedeelde verantwoordelijkheid ervaart.”

Nicole: “We hebben ook werknemers die eerst bij grootschalige bedrijven zaten en zich daar een nummer voelden. Hier is dat totaal niet het geval. De kleine familiebedrijven zullen meer in contact staan met hun personeel. Mensen kunnen altijd bij ons terecht.”

Wat is je gouden raad aan familiebedrijven? 

Anton: “Open communicatie is erg belangrijk. Je moet kunnen zeggen wat je denkt over werkelijk alles en iedereen, anders ga je problemen nooit efficiënt kunnen oplossen en dat staat de groei van je bedrijf in de weg. Het doel blijft uiteindelijk winst maken, daar moet je niet flauw over doen.” 

Nicole: “Zorg dat iedereen op dezelfde lijn staat. Wanneer mensen achterblijven, is de slaagkans veel lager. Heb vertrouwen in elkaar en sta altijd klaar voor je collega’s. Dat is erg belangrijk.”